Voor haar gehandicapte vader en om haar gezin, dat op het punt van uiteenvallen staat, te beschermen, onderhoudt middelbare scholier Cheong-ah het leven door bij een benzinestation te werken. De eigenaar van het benzinestation Dong-pal doet alsof hij haar troost, maar uiteindelijk overweldigen zijn verlangens hem en gebruikt hij geld om haar maagdelijkheid te ontnemen. Dong-pal begint geobsedeerd door haar te worden in naam van de liefde en vanaf dat moment verlaat Cheong-ah zichzelf en gooit haar fysieke zelf daarbuiten. Op een dag ziet San-hae, de eigenaar van een middelgroot bedrijf die afscheid heeft genomen van zijn gezin en een eenzaam leven leidde, Cheong-ah onder een lantaarnpaal zitten met een blauwe roos in haar handen. Een vreemde emotie maakt zich van hem meester...