De ongevaarlijke Berlijnse taxichauffeur Herbert Böckmann heeft een slechte dag gehad: drie mysterieuze heren hebben het lichaam van Boris Stravinsky, een Russische econoom, in zijn auto gelegd. Nietsvermoedend neemt Herbert de 'passagier' mee naar Oost-Berlijn. Daar valt Böckmann in de klauwen van de Sovjet-geheime dienst KGB, die hem beschouwt als een topagent van de CIA. Als Herbert eindelijk weer in het westen van de stad aankomt, staat de CIA hem al op te wachten, die op zijn beurt de taxichauffeur ervan verdenkt een topagent van de KGB te zijn. Om zijn onschuld te bewijzen, moet Herbert de echte moordenaar van Stravinsky vinden. Een mysterieus flesje, dat hij in extreme situaties snuift, helpt hem om verbazingwekkende krachten en onvoorstelbare vaardigheden te krijgen. Als superagent 'Herbie Melbourne' zet Herbert de agentenscene op stelten. Maar tussen de fronten door komt hij in de vuurlinie van professionele moordenaars terecht.